Mefiboseth

Mefiboseth

Meestal zijn we blij als een verhaal een happy-end heeft en dat heeft de geschiedenis van Mefiboseth zeker. Eigenlijk is de hele Bijbel een zeer uitgebreide geschiedschrijving van Gods plan met een happy-end, maar dan zonder ‘end’.

De levensgeschiedenis van Mefiboseth is er één die een aantal lagen heeft. In de eerste plaats de historische laag: het is vanzelfsprekend destijds gewoon gebeurd. Daarom is het goed om zijn geschiedenis, opgetekend in 2 Samuël 9:1-13, even door te lezen.
Het begint eigenlijk al in 2 Samuël 4:4 waar we lezen hoe het kwam dat Mefiboseth kreupel werd: “Zijn voedster had hem opgepakt en was gevlucht, maar toen zij te haastig was, gebeurde het dat hij viel en kreupel werd.” Mefiboseth was een zoon van Jonathan, de goede en geliefde vriend van David.

De grote ommekeer
Op een dag schiet het David te binnen dat er mogelijk nog nakomelingen van Jonathan in leven zijn en hij krijgt daarover meer informatie van ene Ziba. David verneemt dat er nog een zoon van Jonathan in leven is en krijgt verdere details. Mefiboseth blijkt geen eigen huis te hebben, want hij woont in bij Machir, de zoon van Ammiél, in Lodebar. Hij wordt gehaald en naar het paleis gebracht.
Hij zal wel behoorlijk in de rats gezeten hebben, want het was vaak de gewoonte om concurrerende dynastieën uit te roeien, om zo de kroon veilig te stellen.
Maar het loopt boven verwachting: hij wordt door koning David uitgenodigd om in Jeruzalem te komen wonen en dan in het vervolg aan de tafel van de koning mee te eten. En alsof dat nog niet genoeg is, krijgt hij ook alle landerijen van zijn vader terug, die voor hem bewerkt gaan worden door de zonen en knechten van Ziba. Hij is kennelijk niet geheel onbemiddeld en bekend in koninklijke kringen.
Zo verandert Mefiboseth van iemand die niets bezat en geen toekomst had, in iemand die in koninklijke kringen verblijft, terwijl een hele stoet personeel zijn landerijen bewerkt.
Het gaat kennelijk heel goed met hem, want hij blijkt ondertussen ook nog getrouwd te zijn. Ze hebben een zoon die de naam ‘Micha’ heeft gekregen en dat betekent: Wie is als God? Dat is en schitterende naam, want hier klinkt dank en respect naar de Heere God in door. De betekenis van een naam kan, zo blijkt hier ook, verhelderend werken. En in het laatste vers (2 Sam. 9:13) lezen we dat hij kreupel was (en bleef) aan beide voeten.
Maar als je aan de tafel van de Koning mee mag eten dan zitten de voeten onder de tafel en zie je daar niks van!

David is koning te Jeruzalem, en dat ging niet vanzelf
We lezen in 2 Samuël 5:1-10 hoe moeizaam dat allemaal ging en welke problemen hij te overwinnen had. Pikant detail is dat we in vers 8 lezen dat David mensen die kreupel of blind waren haat. Merkwaardig om zoiets in de Bijbel te lezen en vooral ook de aanleiding daartoe. Als David namelijk op 30-jarige leeftijd koning wordt, trekt hij met zijn mannen richting Jeruzalem om de stad in te nemen (2 Sam. 5:6-10). Maar de inwoners, de Jebusieten, zijn overmoedig en zeggen: “U komt hier niet binnen, want zelfs kreupelen en blinden zullen u terug drijven.”
Daarmee diskwalificeren ze zichzelf behoorlijk, want even later nemen David en zijn mannen de stad wel in. Ik denk dat we aan deze context moeten denken als we in vers 8b lezen: “En wat de kreupelen en blinden betreft, David haat ze met heel zijn hart.”
Dus zal David ook wel even vreemd gekeken hebben toen hij hoorde dat de overgebleven zoon van Jonathan kreupel was aan beide voeten. En hij zou hem vanaf die dag vrijwel steeds tegenkomen in het paleis. Zijn opwelling had wel onverwachte gevolgen.

Omgaan met zonde?
Maar er is nog wel een andere verklaring, denk ik. Want als je iets haat, kun je en wil je daar dus niet mee omgaan, en dat kan wederkerig zijn. De Heere God kan en wil bijvoorbeeld geen omgang hebben met zonde, op welke manier dan ook.
Even een paar voorbeelden uit de Bijbel:
Psalm 26:5 “Ik haat het gezelschap van boosdoeners, bij goddelozen zit ik niet.”
Psalm 97:10 “U die de Heere liefheeft haat het kwade.”
Psalm 101:3 “Ik haat wat de afvalligen doen.”
Psalm 139:21 “Zou ik niet haten die U haten, walgen van wie tegen opstaat? Ik haat hen met een volkomen haat.”
Spreuken 8:13 “De vreze des Heeren is het kwade te haten.”
En als het gaat over het ingaan in het Koninkrijk, zegt Openbaring 21, vers 27: “al wat onrein is, zal er niet inkomen.”
Ieder mens die niet volmaakt is, of ziek, of wat dan ook, wordt onrein genoemd in de Bijbel. Een melaatse moest roepen: ‘Onrein, onrein’, volgens Leviticus 13:45. Dus niet: ‘melaats’, maar: ‘onrein’.
Daarom ging de Heere Jezus ook genezen, omdat het Koninkrijk nabij was, de Koning was er immers al, en in dat Koninkrijk komt niets wat onrein is binnen (zie ook Deut. 6-8).

De betekenis van de namen
Dan is er de tweede laag: de typologische en profetische met betrekking tot het volk Israël. Laten we
eens wat beter naar de betekenis van de namen kijken, want dat is altijd zeer verhelderend.
Mefiboseth - Die schande verbreidt/ ademt
David - Geliefde
Ziba - Standbeeld
Machir - De verkochte
Ammiél - Volk van God
Lo-Debar - geen woord/ geen weide/ een nietig ding (Amos 6:13 SV)
Micha - Wie is als God?

Als je met deze informatie de geschiedenis weer gaat lezen en je vult de betekenis op de plaats van de namen in, gaat dat als volgt: Die schande verbreidt is verlamd aan beide voeten en woont in bij de verkochte, de zoon van het volk van God in de plaats zonder woord/een niet ding/ zonder weide’.
Nu komen we toch al een stuk dichter bij de overdrachtelijke betekenis van deze bijzondere geschiedenis.
En ja, de ‘Geliefde’ doet natuurlijk onmiddellijk denken aan Mattheüs 3:17; 17:5 en Lukas 9:35, dat is de Heere Jezus Christus. ‘Dit is Mijn Geliefde Zoon, luister naar Hem’, zegt de stem uit de hemel.
David is hierin een duidelijk beeld van de Heere Jezus die Zich uiteindelijk weer over Zijn volk zal bekommeren. Hij zal de draad met het complete volk Israël weer opnemen en de geschiedschrijving hervatten volgens vele Oudtestamentische profetieën.
Ziba, het standbeeld, is in deze geschiedenis alleen iemand die informatie geeft en ingezet wordt voor het doel van de koning.
En dan de ‘Verkochte’. Ik ken twee personen uit de Bijbel die verkocht zijn: Jozef voor 20 zilverstukken en Jezus voor 30 zilverstukken, waarbij Jozef in alles een type is van Christus:
Beiden waren gezonden door hun vader om te zien hoe met hun familie ging.
Beiden werden verraden door hun eigen volk.
Beiden werden uiteindelijk koning op de troon.
Beiden redden het volk van de hongerdood.
Ammiél: Er is maar één volk van God en dat is en blijft het volk Israël, hoewel ze tijdelijk terzijde geschoven zijn volgens Hosea 1:6, 9 en 12 totdat Hosea 7:1 werkelijkheid wordt.
Nu nog: Lo-Ruchama, d.i. niet-geliefde (of: geen ontferming), maar straks: Ruchama, geliefde.
Nu nog: Lo-Ammi, d.i. niet-Mijn volk, maar straks Mijn volk: “Zeg tegen uw broeders: Ammi en tegen uw zusters: Ruchama” (Hos. 1:12).
Dan is er dus wel ontferming en neemt de Heere God de draad met Israëls geschiedenis weer op.
Lo-Debar: Het volk Israël mocht in een land wonen dat overvloeide van melk en honing, maar dat is jammerlijk verworden tot een ‘land zonder weide’ dat geen schaduw meer is van dat onder koning Salomo bijvoorbeeld. Betekenis van Lo-Debar in Amos 6:13 (SV): “Gij, die blijde zijt met een nietig ding" (een ding van niks). Wij zouden zeggen: U bent blij met een dode mus.
Bovendien is Israël ook tijden ‘zonder woord’ geweest. De periode tussen de laatste profeet van het Oude Testament, Maleachi, en de eerstvolgende in Mattheüs, Johannes de Doper, duurde zo’n 430 jaar. En wat te denken van de huidige periode van de diaspora, al bijna 2000 jaar!

Mefiboseth, de man die verlamd is aan beide voeten, het is hem overkomen, hij kon er niks aan doen. Hij kan van zichzelf geen stap verzetten is daarin ook een duidelijk beeld van Israël dat erg z’n best doet om staande te blijven in deze tijd. Maar het is niets vergeleken met de grootse plannen van God, namelijk dat Israël het belangrijkste volk op aarde zal gaan worden. Er komt een tijd dat de woorden van Jeremia in vervulling gaan: “Want zo zegt de HEERE: Zing vrolijk over Jakob, met blijdschap! Juich om het hoofd van de heidenvolken! Laat het horen, prijs Hem en zeg: Verlos Uw volk, HEERE, het overblijfsel van Israël” (Jer. 31:7).
Israël zal het kanaal zijn waardoor alle volken gezegend zullen worden, volgens Ezechiël 37:21-28.
Dat kan echter alleen door te geloven en te wandelen zoals God het voor ogen had, en dat gaat wel degelijk gebeuren in de toekomst volgens Hosea 6:3.
Ezechiël laat zien, dat dit allemaal voortkomt uit Gods genade, want se Israëlieten kunnen zich alleen maar schamen voor hun gedrag door de tijden heen: “U zult zich uw slechte wegen en uw daden die niet goed waren, herinneren. U zult walgen van uzelf om uw ongerechtigheden en om uw gruweldaden. Ik doe het niet omwille van u, spreekt de Heere HEERE, laat dat u bekend zijn. Schaam u en word te schande vanwege uw wegen, huis van Israël” (Ezech. 36:31-32).

Als je de betekenis van de namen goed tot je door laat dringen, zie je dat deze hele geschiedenis ten diepste over het volk Israël gaat en Gods plan met hen. En omdat God dat plan uitvoert, komt het dus uiteindelijk goed met Gods volk. De Heere God zal Zich weer over hen ontfermen, zoals we o.a. lezen in Hosea 2:18, 6:11 en Amos 9:11-15. Een enorme verandering! Israël zal weer in de relatie met de Koning komen en eten aan de koninklijke dis.
Tja, de Bijbel bestuderen is soms net als het pellen van een ui: je krijgt er soms tranen van in de ogen, maar laag na laag worden er nieuwe lijnen zichtbaar.

De derde laag
Zo’n enorme verandering ten goede is ons ook overkomen. Ook wij waren van onszelf niet in staat om een stap te verzetten. En ook wij waren in een situatie verzeild geraakt die hopeloos scheen en waaruit we zelf nooit hadden kunnen ontsnappen. Maar de Heere God herinnerde Zich ons wel degelijk en Hij openbaarde een schitterend reddingsplan dat al heel oud bleek. Dit plan is pas geopenbaard na het verlossingswerk van Christus. Het gaat om Gods werk in deze tijd, tussen -ruwweg- de hemelvaart van Christus en Zijn wederkomst. Daar komt zelfs een geheim bij te pas, zoals bekendgemaakt in de laatste brieven van Paulus. Precies op de tijd die de Heere God had uitgedacht.
Er werd een schitterend en totaal onverwacht nieuw reddingsplan bekendgemaakt dat onfeilbaar is en niet afhangt van prestaties of geloof onzerzijds.
We hebben als gelovigen deel gekregen aan Gods overweldigende genade en blijken al uitverkoren te zijn van vóór de grondlegging der wereld en hebben een prachtige, hemelse positie ontvangen.
We zijn “getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde”, volgens Kolossenzen 1:13.
Ook wij waren van onszelf niet is staat om iets positiefs te presteren voor de Heere God, verlamd als we zijn aan beide voeten door de zondeval. We waren in onze oude, menselijke staat gelijk aan ‘een dode hond’ zoals Mefiboseth zichzelf kwalificeert tegenover David in 2 Samuël 9:8.
Toch was dat voor de Heere God geen verhindering om ons vrij te kopen met de volle prijs van het verlossingswerk van Zijn Zoon op Golgotha.
En zo mogen ook wij aan de tafel van de Koning van het heelal plaatsnemen en genieten van onze hemelse positie in Christus. Wat een kolossale ommekeer in ons leven en dat mogen we gewoon allemaal tot ons nemen en geloven.
Geloven is ‘voor waar houden’ ook als je het niet begrijpen kunt. Je herkent je gebrekkige zelf in de persoon van Mefiboseth en dankt de Heere God voor Zijn vergeving en totale verzoening.
En wat er dan met je gebeurt is wonderlijk. Je ontvangt een heerlijke rust en vrede in je hart. Dat is een vrede die in de wereld niet voor komt en die alle menselijke verstand te boven. Dat krijgen we allemaal aangereikt en ook nog een prachtig, hemels toekomstperspectief met een garantiebewijs erbij.
Efeze 1:13 zegt: “In Hem bent u ook, nadat u het Woord van de waarheid, het evangelie van uw zaligheid gehoord hebt: in Hem bent u ook, toen u tot geloof kwam, verzegeld met de Heilige Geest van de belofte, Die het onderpand is van onze erfenis tot de verlossing die ons ten deel viel, tot lof van Zijn heerlijkheid.”
Een lange zin, die zeer de moeite waard is om vaak en langzaam te lezen en te herlezen om goed tot ons door te laten dringen. Het is ons ten deel gevallen, we hebben het zomaar gekregen en dat alles “tot lof van Zijn heerlijkheid”.
En dan moet ik nog even terug denken aan Mefiboseth, die zo’n grote ommekeer in zijn leven kende en ook nog alle landerijen van zijn vader terug kreeg. Hij kreeg een hele stoet personeel om hem bij te staan in datgene wat hij onmogelijk zelf kon. Van mislukkeling naar grootgrondbezitter die goed bij kas is en verblijft in koninklijke kringen. En hij geeft God de eer, want hij noemt zijn zoon Micha, en dat betekent: Wie is als God?
Zo mogen ook wij God eren voor al wie Hij is en voor wat Hij ons schonk: “Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede bij God door onze Heere Jezus Christus. Door Hem hebben wij ook de toegang verkregen door het geloof tot deze genade waarin wij staan, en wij roemen in de hoop op de heerlijkheid van God” (Rom. 5:2).
God heeft ons ‘heilig, smetteloos en onberispelijk’ voor Zich geplaatst (Efe. 1:4, Kol. 1:22).
Wat ons is overkomen gaat nog wel even verder dan wat Mefiboseth overkwam, want we hebben de hoogste plaats ontvangen en zijn met Christus gezeten aan de rechterhand van God (Efe. 1:22-23).
Redenen te over om de Heere God uit ons hart daarvoor te danken en daaruit verder te leven!

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'