De Vader

De Vader

Bij de bestudering van de vier Evangeliën viel het me op dat het woord ‘Vader’ als aanduiding van God zo heel verschillend wordt gebruikt. Het begon allemaal toen ik in Romeinen 8:15 de uitspraak ‘Abba Vader’ tegenkwam. Ik vroeg me af of er in de grondtekst echt twee keer het woord ‘Vader’ zou staan.

Het begon allemaal toen ik in Romeinen 8:15 de uitspraak ‘Abba Vader’ tegenkwam. Ik vroeg me af of er in de grondtekst echt twee keer het woord ‘Vader’ zou staan.
‘Abba’ is Aramees voor ‘vader’ en het werd door het gewone volk in Israël gesproken. Deze taal komt een paar keer in het Oude Testament voor. Samen met het Griekse ‘pater’ staat het er dus echt twee keer, maar toch verschillend: in het Aramees (de ‘taal van het Oude Testament’) en in het Grieks (de taal van het Nieuwe Testament). Je zou kunnen zeggen: het Oude met het Nieuwe Testament samengevoegd. Abba is welbeschouwd ook méér dan vader. Het is eigenlijk het intieme ‘papa’.
Binnen de context van deze geschiedenis gaat het over een splinternieuwe status die een slaaf krijgt, nadat hij bevorderd is tot zoon van de familie en dus ook erfgenaam. Dat is natuurlijk wel een verandering voor een dienstknecht. Je vroegere baas wordt nu je ‘vader’. Stel je voor dat je een slaaf bent en gekocht voor geld. Je eigen oorspronkelijke naam ken je alleen zelf en daar is verder ook niemand in geïnteresseerd. Waar je precies vandaan komt en wat je moedertaal was, blijkt ook volstrekt onbelangrijk. Wel belangrijk is een goede gezondheid; geschikt voor het werk dat je opgedragen krijgt en verder niets. Je telt niet mee in het gezinsleven en je krijgt een nieuwe naam. Geen gemakkelijke situatie.
Maar dan treedt er verandering op en word je tot zoon benoemd en erfgenaam. Dat is een kolossale verbetering van je status en je bent je baas dankbaar, want hij is nu een vader voor je geworden en je deelt straks ook nog in de erfenis. Geen wonder dat zo iemand het van blijdschap uitroept: Abba, Vader.

Een gaatje in je oor?
Het was en is nog steeds populair: een gaatje in je oor laten prikken. Man of vrouw, soms al heel jong. In Exodus 21:1-11 en Psalm 40:7 wordt daar ook over gesproken. Had iemand een Hebreeuwse slaaf gekocht dan was de eigenaar verplicht die slaaf na zes jaar dienst zonder betaling te laten gaan.
Exodus 21:5 zegt: “Maar als die slaaf nadrukkelijk zegt; ik heb mijn meester, mijn vrouw en mijn kinderen lief, ik wil niet als vrij man vertrekken, dan moet die meester hem bij de rechters brengen. Hij moet hem bij de deur of deurpost brengen. Zijn meester moet dan met een priem zijn oor doorboren. Zo zal hij hem voor eeuwig dienen”.
Zo’n gaatje groeit natuurlijk binnen de kortste keren weer dicht en daarom deed men er een ring in zodat iedereen kon zien, dat hij vrijwillig bij z’n baas gebleven is.
Zo schreef God het voor. Overdrachtelijk gezien heeft het natuurlijk ook alles te maken met het openen van het gehoor, het luisteren naar en het geloven van Gods woorden.
In Psalm 40:7 lezen we: “U hebt geen vreugde gevonden in slachtoffers en graanoffers, U hebt mijn oor doorboord; brandoffers en zondoffers hebt u niet geëist” (zie ook Jes. 48:8 en 50:5).

Het verschil tussen kind en zoon
Op het eerste gezicht zou je denken dat een kind van het mannelijk geslacht natuurlijk een zoon is in een gezin, maar in de Bijbel wordt daar toch anders over geschreven.
In Galaten 4:1 lezen we: “Ik zeg echter; zolang de erfgenaam een onmondig kind is, verschilt hij in niets van een slaaf, hoewel hij (later) heer van alles is; maar hij staat onder voogden en beheerders, tot het tijdstip dat de vader van te voren bepaalt”.
Paulus schrijft hier aan de Joden in Galatië klare taal en gebruikt het woord ‘wij’. Hij legt omstandig uit dat de volheid van de tijd gekomen is en dat God Zijn Zoon heeft gezonden om al die Joden die nog onder de wet waren vrij te kopen “…opdat wij de aanneming tot zonen zouden ontvangen”.
In dit gedeelte klinkt de juichkreet ‘Abba Vader’ ook, omdat het onmondige kind, dat dezelfde status had als die van een slaaf, nu een nieuwe status krijgt. Vers 7: “Dus bent u nu geen slaaf meer maar zoon; en als u zoon bent, dan bent u ook erfgenaam van God door Christus”.
Precies datzelfde is er aan de hand in Romeinen 8:15. Het gaat om de Geest die de gelovigen in Christus hebben ontvangen: “Want u hebt niet de geest van slavernij ontvangen, die opnieuw tot angst leidt maar u hebt de Geest van aanneming tot het zoonschap ontvangen, door wie wij roepen; Abba Vader”. Foto AbbaVader

De uitspraak ‘Abba Vader’ komt maar drie keer voor in de Bijbel.

  1. Romeinen 8:15 Geen geest meer van slavernij maar de Geest tot aanneming tot het zoonschap
  2. Galaten 4:6 Geen onmondige kinderen meer maar gesteld tot zonen en dus erfgenamen.
  3. Markus 14:36 Geen vernederde positie meer van slaaf, maar bevorderd tot zoon en erfgenaam.

Alle drie keer gaat het over een radicale verandering en verhoging van status en positie.

Het woord Abba niet in de mond nemen?
Nou wordt er door Joodse rabbijnen in hun commentaren beweerd dat een Hebreeuwse slaaf zelfs het woord Vader niet in de mond mocht nemen. Hoe controleer je dat dan, dacht ik. Je kunt wel iets beweren, maar klopt het met de Bijbel?
Misschien in de Evangeliën waar de Heere Jezus bijvoorbeeld bij Markus wordt voorgesteld als de Dienstknecht oftewel: Slaaf. Neemt de daar voorgestelde Slaaf de uitspraak ‘mijn Vader’ in de mond?

Eerst even een opfrissertje
In de vier Evangeliën wordt de Heere Jezus voorgesteld in de vier verschillende bedieningen die Hij op aarde had. Hij wordt ook al als zodanig aangekondigd in het Oude Testament.

  • Zacharia 9:9 Zie uw Koning - De hoogste aardse positie voor een mens.
  • Jesaja 42:1 Zie Mijn Knecht - De laagste positie voor een mens.
  • Zacharia 6:12 Zie een Man  - Zijn naam is Spruit – zal uit Zijn plaats uitspruiten.
  • Jesaja 40:9 Zie uw God

In deze profetieën zien we de Messias dus al in vier verschillende hoedanigheden voorgesteld: Koning, Knecht, Man, God. En alle vier kloppen ze.
Als deze veelvuldige persoonlijkheid vinden we Hem ook beschreven in de vier Evangeliën.
Mattheüs beschrijft de Heere Jezus als de Koning en er wordt ook veel gesproken over het komende Koninkrijk der hemelen. Het geslachtsregister gaat terug tot op koning David en Abraham: drie maal veertien geslachten.
Bij Markus wordt de Heere Jezus voorgesteld als de dienstknecht of slaaf. Geen letter over Bethlehem of engelenkoren of een kribbe of mirre en wierook en ook geen geslachtsregister.
Bij Lukas wordt de Heere Jezus voorgesteld als de Zoon des mensen of de volmaakte Mens. Het geslachtsregister gaat helemaal terug naar de eerste mens Adam. (zie Luk. 3:23-35). De meest uitvoerige informatie over de aankondiging en de geboorte en alle gebeurtenissen tot in de kleinste details.
Bij Johannes wordt de Heere Jezus voorgesteld als de Zoon van God en alleen hier staat de uitspraak “Ik en de Vader zijn één”. Korter kan een geslachtsregister niet zijn.

Dit alles nodigt uit om het gebruik van het woord ‘Vader’ eens te onderzoeken in deze vier boeken.

Mattheüs 
Bij Mattheüs worden de Joden heel vaak door de toekomstige Koning Jezus toegesproken i.v.m. het Koninkrijk der hemelen. Deze uitspraak komt bij de andere drie helemaal niet voor. Het koninklijke geslachtsregister gaat terug tot op de eerste door God gekozen koning David. De beschreven Koning heeft het veel over zijn hemelse Vader en Die van de Joden.

Markus
Bij Markus spreekt de Heere Jezus nooit van ‘Mijn Vader’ en ‘onze Vader’ of ‘Vader’, want hij was als een slaaf die alleen zelf zijn eigen naam nog kende van vroeger en hij had ook een eigen vader, maar nu had hij een baas, een meester die hij gehoorzamen moest (zie ook Openb. 19:12).
Pas als hij bevorderd wordt tot zoon en erfgenaam en dus wordt opgenomen in de familie roept hij het uit: Abba, Vader. Nu had hij weer iemand die hij vader mocht noemen.

Lukas
Lukas, die de Heere Jezus als de volmaakte Mens beschrijft, spreekt verhoudingsgewijs heel veel over menselijke vaders (36x) en niet zo veel over God, de Vader (slechts 14 keer). Het gaat vooral over mensen. Het trefwoord is hier dan ook: de ‘mens’.

Johannes
Johannes, die de Heere Jezus als Zoon van God beschrijft, en Iemand Die zegt: “Ik en de Vader zijn één”, spreekt heel veel over Zijn hemelse Vader en op verschillende respectvolle manieren. Nooit gebruikt Hij de uitspraak ‘Onze Vader’. Dat kan natuurlijk ook niet, want als Hij en de Vader één zijn, is dat niet inclusief het volk Israel of de Joden (Joh. 10:30).
Maar liefst 117 keer spreekt Hij over Zijn Vader en noemt hem als Enige ‘Heilige Vader’ en ‘rechtvaardige Vader’.
Johannes 8:42 “Als God uw Vader was, zou u Mij liefhebben; want Ik ben van God uitgegaan en gekomen”.
Johannes 15:15 “Ik noem u niet meer slaven, want een slaaf weet niet wat zijn heer doet, maar Ik heb u vrienden genoemd, omdat Ik u alles wat Ik van Mijn Vader gehoord heb bekend gemaakt heb”.
Merk op dat ‘Onze Vader’ alleen bij de Zoon des mensen in Lukas voor komt en bij de Koning in Mattheüs. De Slaaf in Markus sprak dit helemaal niet uit.
De opmerking van de rabbijnen blijkt dus terecht. Het trefwoord in Markus is ook: ‘terstond’ of direct. Dit woord komt hierin verreweg het meest voor. Een slaaf moest opdraven en zijn plicht doen.

Conclusie
Alle vier de schrijvers van de Evangeliën hebben drie jaar lang met de Heere Jezus meegelopen en Hem meegemaakt. Ze hebben gehoord wat Hij gezegd heeft en hebben er vast onderling ook over gesproken wat er allemaal gebeurde en dat was ook niet niks.
Ze hebben alle vier hetzelfde met Hem gezien en gehoord. Toch hebben ze totaal verschillende dingen opgeschreven, zoals God hen inspireerde om te doen. Zij hielden de pen vast en schreven, maar God gaf hen nauwkeurig in wat ze moesten schrijven in overeenstemming met de tekst uit 2 Petrus 1, vers 21: “Dit moet u vooral weten, dat geen enkele profetie van de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat; want de profetie is destijds niet voortgebracht door de wil van een mens maar, heilige mensen van God door de Geest gedreven, hebben gesproken”.
Gelukkig maar dat het zo gegaan is. We kunnen er onvoorstelbaar veel van leren. Nu weten we dus precies waarom die verschillen er allemaal in staan. Het verrijkt ons inzicht weer. Dankuwel hemelse Vader voor Uw veelkeurige wijsheid.

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'