'Slechte omgang bederft goede zeden'

'Slechte omgang bederft goede zeden'

Ongetwijfeld kent u dit gezegde. Over het algemeen wordt ermee aangegeven, dat je beter niet kunt omgaan met mensen die een verkeerde invloed op je uitoefenen. Dat kan zover gaan, dat je zelfs het goede dat je geleerd hebt, prijsgeeft. Het is minder bekend, dat dit gezegde ook in de Bijbel voorkomt en wel in verband met de opstanding. Dit is verrassend en veelzeggend!

1 Korinthe 15
In dit belangrijke hoofdstuk spreekt de apostel Paulus uitvoerig over de opstanding. Dat was nodig, want er bleek bij sommigen grote twijfel te bestaan aan de realiteit van de opstanding. Sommigen beweerden namelijk, dat er helemaal geen opstanding is. Paulus weerspreekt dat buitengewoon krachtig en laat zien dat ontkenning van de opstanding het fundament van het geloof onderuit haalt. Want: “Als er geen opstanding van de doden is, dan is Christus ook niet opgewekt” (vs. 13). In alle nuchterheid en logica bepaalt Paulus zijn lezers bij de gevolgen van hun dwaling. Immers, wat zijn de consequenties als je beweert dat Christus niet is opgestaan? In de volgende verzen noemt Paulus een aantal:

  • dan is onze prediking zonder inhoud
  • dan is uw geloof zonder inhoud
  • dan zijn wij valse getuigen van God
  • dan is uw geloof zinloos
  • dan bent u nog in uw zonden
  • dan zijn zij die in Christus ontslapen zijn, verloren

Waaruit hij tenslotte de conclusie trekt: “Als wij alleen voor dit leven op Christus onze hoop gevestigd hebben, zijn wij de meest beklagenswaardige van alle mensen” (vs. 19).
Dat is dus nogal wat! Uit alles blijkt (ook uit andere Bijbelteksten), dat de opstanding fundamenteel is in het evangelie en het geloof.

De eerste dingen gaan voorbij
Gods doel wordt uiteindelijk bereikt in de opstanding! Het belangrijke principe, dat je door de hele Bijbel heen terugvindt, is dat de eerste dingen voorbijgaan en het tweede dat komt, is blijvend (vgl. Openb. 21:1 en 5).
Niet de eerste schepping is blijvend, maar de tweede, de nieuwe (zie ook 2 Petr. 3: 7 e.v.). Niet de eerste zoon van Abraham (Ismaël) is aangewezen als erfgenaam, maar de tweede (Izak); hetzelfde geldt voor Esau en Jakob. Niet de eerste uittocht van Israël uit Egypte brengt het uitverkoren volk op de plaats van bestemming, maar de tweede, uit alle volkeren. Niet het eerste (oude) verbond is blijvend, maar het tweede, het nieuwe verbond. Niet de eerste woonplaats van God (de tabernakel), maar de tweede (de tempel) is blijvend. Niet de eerste mens is erfgenaam der wereld en bestemd om te heersen, maar de “laatste Adam”, oftewel de tweede Mens, Christus Jezus. En daarmee zijn we weer in 1 Korinthe 15, waar Paulus in vers 46 zegt dat eerst het natuurlijke komt (d.i. hetgeen behoort tot de oude schepping en voortkomt uit Adam) en daarna het geestelijke (d.i. behorend tot de nieuwe schepping, voortkomend uit Christus).

Lichaam
Zo is het dus ook met ons als mensen van ´vlees en bloed´. Dit is een uitdrukking die doelt op de ‘oude´ mens, de mens die door geboorte voortgekomen is uit Adam. Die oude mens (inclusief het lichaam dus) behoort tot de vergankelijkheid. Daarvan zegt Paulus: “… de vergankelijkheid beërft de onvergankelijkheid niet…”. Daarom zullen de doden opgewekt worden, “want dit vergankelijke moet zich met onvergankelijkheid bekleden en dit sterfelijke moet zich met onsterfelijkheid bekleden” (vs. 53).
Let wel: dit alles wordt dus gezegd in verband met de opstanding! En daarbij is het lichaam inbegrepen. Want er zijn ´slimmerikken´ die zelfs in weerwil van wat de natuur hen dagelijks leert (zie vs. 35 e.v.), beweren dat je de opstanding alleen maar geestelijk kunt en moet verklaren. Daarom gaat Paulus er zo uitvoerig op in. Natuurlijk, de opstanding heeft een geestelijke kant, maar wel degelijk ook een lichamelijke. Sterker nog, het woord ´opstanding´ (Gr. anastasis) veronderstelt juist een lichamelijk opstaan! En dat is logisch, want wat is de mens? Lees daarvoor Genesis 2, vers 7: “… toen vormde de HEERE God de mens uit het stof van de aardbodem en blies de levensadem in zijn neusgaten; zo werd de mens tot een levend wezen.”
De mens is dus een creatie inclusief een lichaam. Het is onmogelijk dat er opstanding zou zijn zonder dat de mens daarin een lichaam ontvangt. Immers, dan is hij geen mens meer!

Verschijning van Jezus
Na Zijn opstanding heeft de Heere Jezus Christus er alles aan gedaan om Zijn discipelen duidelijk te maken, dat Hij lichamelijk is verrezen.
In Lukas 24 lezen we een verslag van één van Zijn verschijningen. Plotseling stond Hij in hun midden. Ze geloofden hun eigen ogen niet. Zij meende van doen te hebben met een geestverschijning (vs. 37). De Heere helpt hen uit de droom: “Zie Mijn handen en Mijn voeten, want Ik ben het zelf. Raak Mij aan en zie, want een geest heeft geen vlees en beenderen, zoals u ziet dat Ik heb” (vs. 39). Nota bene, Hij nodigde hen uit Hem aan te raken, zodat ze beseften, dat Hij daar lichamelijk in hun midden stond. De oude mens wordt aangeduid met ´vlees en bloed´, de opgestane Heer spreekt hier over ´vlees en beenderen´. En om hen nog meer te overtuigen, eet Hij voor hun ogen zelfs een stuk gebakken vis!

Hoe duidelijk is Gods Woord. Degene die de lichamelijke opstanding dat ontkent, verklaart God tot een leugenaar en haalt het fundament van het geloof onderuit. Voorwaar niet gering. Toch zijn er die de opstanding loochenen en daardoor mensen misleiden. Niet alleen in Paulus´ dagen, maar ook vandaag. Het zijn wolven in schaapskleren. Foto

Slechte omgang bederft goede zeden
Het is juist in verband met de opstanding, dat Paulus deze uitspraak van Menander aanhaalt (zie kader onderaan). Inderdaad, verrassend en ook veelzeggend. De apostel is duidelijk: “Als er geen doden worden opgewekt, laten wij dan maar eten en drinken, want morgen sterven wij. Dwaal niet: slecht gezelschap bederft goede zeden. Word op de juiste manier nuchter en zondig niet, want sommigen hebben geen kennis van God” (1 Kor. 15:32-33).
Mensen die de opstanding in het algemeen en van de Heere Jezus in het bijzonder loochenen, zondigen daarmee! Zulke verkondigers worden door Paulus (lees: Gods Woord) met zoveel woorden misleiders genoemd. Met zulke mensen kun je beter niet omgaan, want ze hebben een verkeerde invloed op je. Dat kan zover gaan dat je zelfs het goede dat je geleerd hebt, prijsgeeft. Het zijn mensen die niet (meer) nuchter zijn. Het woord ´nuchter´ is de vertaling van het Griekse ´dikaioos´, rechtvaardig (vgl. St. Vert.). Wie de opstanding loochent, dient niet de gerechtigheid, maar de ongerechtigheid. In 2 Korinthe 11 noemt de Bijbel zulke lieden “…bedrieglijke arbeiders, die zich voordoen als apostelen van Christus” (vs. 13). In werkelijkheid echter dienen zij - misschien zonder het te weten - de tegenstander, de satan, ook al doen zij zich voor als dienaren der gerechtigheid.
In ieder geval hebben zij, zoals Paulus zegt, geen kennis van God. Wie ook maar een beetje beseft wie God is, kan nooit tot dergelijke leringen komen. Immers, zou Hij die de Schepper is en alles door Zijn Goddelijk Woord tot stand gebracht heeft (zie Ps. 33:8-9), niet in staat zijn een mens uit de doden op te wekken, met lichaam en al?
Wie uit het spoor der waarheid is geraakt, breekt het geloof van sommigen af, zoals de apostel schrijft aan Timotheüs (zie 2 Tim. 2:18-19). Gelukkig blijft één ding overeind staan: “De Heere kent de Zijnen…”. Wie Hem werkelijk toebehoort, mag zich veilig weten in Zijn machtige handen, en is niet beklagenswaardig. Integendeel, die mag zich bevoorrecht weten, dat God over zijn of haar leven waakt, hier en nu, en ook straks als het einde komt.
Gelovigen mogen met Paulus belijden: “Het leven is voor mij Christus en het sterven is voor mij winst” (Filipp. 1:21). Als de dag komt, dat zij hun lichaam, de aardse tent, moeten afleggen, weten zij zeker dat dat niet het einde is. Immers “Christus is opgewekt uit de doden en is de Eersteling geworden van hen die ontslapen zijn” (1 Kor. 15: 20). In navolging van hun Heer en Heiland zullen zij opstaan in een verheerlijkt lichaam. Dat betekent onvergankelijkheid, heerlijkheid en kracht (vs. 42-43). In dat geestelijke lichaam (d.i. vervuld met en in stand gehouden door de Geest) zullen zij delen in Gods glorie!

Achtergrond
De apostel Paulus is als Saulus geboren in Tarsus. Daar kwam hij in aanraking met het meest vooruitstrevende onderwijs van zijn tijd. Tarsus was een universiteitsstad, bekend om zijn Stoa-wijsgeren en cultuur. Strabo, de Griekse aardrijkskundige, prees Tarsus omdat het zoveel belang stelde in opvoeding en wijsbegeerten. Paulus bezat, net als zijn vader, het Romeinse staatsburgerschap. Hij beheerste de Griekse taal en was goed op de hoogte van de Griekse cultuur en denkwereld. Hij citeerde minder bekende dichters en wijsgeren:
Handelingen 17:28 ‘Want in Hem leven wij, bewegen wij ons en bestaan wij (Epimenides), zoals ook enkele van uw dichters gezegd hebben: Want wij zijn ook van zijn geslacht’ (Aratus, Cleanthes).
1 Korinthe 15:33 ‘Dwaal niet; slecht gezelschap (of: omgang) bederft goede zeden’ (Menander);
Titus 1:12 ‘Eén van hen, hun eigen profeet, heeft gezegd: ‘Kretenzen zijn altijd leugenaars, kwade beesten, luie buiken’ (Epimenides).

Menander 
‘Slechte omgang bederft goede zeden’ is van oorsprong een uitspraak van de Griekse schrijver/dichter Menander van Athene (342-291 v. Chr.). Hij was de belangrijkste vertegenwoordiger van de Nieuwe Komedie. Hij stamde uit een voorname Atheense familie en onderging de invloed van verschillende filosofen, o.a. van Epicurus.
Menander schreef meer dan 100 stukken in een periode van 30 jaar. Zijn stukken weerspiegelen het private leven in Athene, in zijn ernstige, en ook in zijn luchtige aspecten.
Tijdens zijn leven was Menander niet zo'n succesvol auteur: slechts acht maal won hij een prijs. Pas na zijn dood werd hij echt beroemd. Het gemeenschappelijke motief van de meeste van zijn komedies is de liefde en de verwikkelingen die hiervan oorzaak of gevolg zijn. De humor schuilt bij Menander meer in de situatie dan in het taalgebruik.

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

De sabbat

Onder christenen leven soms de volgende vragen: Is de zondag de sabbat van nu? Is het de bedoeling dat christenen de sabbat - van vrijdagavond tot zaterdagavond - vieren?

De Bijbel geeft de nodige informatie over de sabbat, die zich als zevende dag onderscheidt van de voorgaande zes door rust. Het is een dag aan de Heere toegewijd. Paulus schrijft dat deze dag voor het lichaam van Christus geen aanleiding mag zijn om elkaar te veroordelen "inzake eten of drinken, of op het punt van een feestdag, een nieuwe maan of de sabbatten" (Kol. 2:16).

De sabbat verwijst ook naar de grote toekomstige sabbat in Gods plan; geen periode van vierentwintig uur, maar één van duizend jaar. Israël en de volkeren mogen dan leven in vrede en rust.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'De sabbat'

De richteren

De betekenis van hun namen met betrekking tot Christus

De richterentijd omvat een periode van circa vierhonderdvijftig jaar waarin zich allerlei bekende en minder bekende gebeurtenissen afspeelden. Vaak zijn deze geschiedenissen een schaduwbeeld van Gods handelen met Israël. In dit boekje wordt aan sommige daarvan aandacht besteed, maar gaat het vooral om de betekenissen van de namen van de richteren. Deze namen wijzen naar de Persoon van de Heere Jezus Christus en diverse facetten van Zijn verlossingswerk met betrekking tot Israël.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'De richteren'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'