Bidden - Deel 2 - Wat bidden wij?

Bidden

Deel 2 - Wat bidden wij?

In twee artikelen gaan we in op het gebed, met de nadruk op de praktijk van het bidden. In het eerste artikel (AMEN 116) ging het om de wat meer uiterlijke kant van het bidden: 'Hoe bidden wij?' In dit tweede artikel komt de inhoudelijke zijde aan bod: 'Wat bidden wij?'

Bij de vraag 'Wat bidden wij?' staat de vraag centraal of de inhoud van ons gebed overeenkomt met Zijn plan. Het Woord van God openbaart het plan van God. Daarbij is een gouden regel van het allergrootste belang; namelijk: dat de Schrift wel in zijn geheel voor ons is, maar niet altijd over ons gaat! Sterker nog: het grootste gedeelte van Gods Woord spreekt niet tot of over ons, maar juist tot en over Israël. Ook het Nieuwe Testament heeft grotendeels betrekking op Gods plan met Israël.
Dit heeft ook gevolgen voor de inhoud van ons gebed. De kop boven dit artikel had dus ook kunnen luiden: bidden (wij) in overeenstemming met Gods heilsplan? We kunnen niet zomaar dingen die voor andere tijden gelden in ons gebed betrekken. Als dergelijke beden dan niet 'verhoord' worden, kan er geloofs-onzekerheid e.d. ontstaan. Of er wordt gezegd: 'God hoort wel, maar verhoort niet altijd'. Terwijl er toch staat: "... bid, en u zult ontvangen ..." (Joh. 16:24). Het ligt echter geheel anders: veelal verhoort God het niet, omdat bepaalde gebeden niet in overeenstemming zijn met Zijn bedoelingen voor de huidige heilsfase van genade en verborgenheid.
Wat wel of niet zinvol is om te bidden, leren we door te groeien in de kennis van Gods Woord en te leren verstaan wat wel en wat niet voor ons bestemd is. De gelovige in de huidige tijd maakt deel uit van het lichaam van Christus. Hierover lezen we in de late zeven brieven van de apostel Paulus, die hij schreef nadat de geschiedenis van Israël (voorlopig) stopgezet werd (Hand. 28). Hij is ook degene die als enige Bijbelschrijver spreekt over de rijke positie van gelovigen in Christus. Een positie, waarin gelovigen in dat ene Lichaam delen in dezelfde positie als Christus Zelf!1

Het is belangrijk om te letten op de context waarin iets staat. Psalm 122:6 zegt bijvoorbeeld: "Bid om vrede voor Jeruzalem ...". Jeremia 11:14 zegt: "... bid niet voor dit volk" in Juda en Jeruzalem (vs. 12). Slechts de achtergrond waartegen beide oproepen geplaatst zijn, geeft licht op hoe dit bedoeld is.

Het 'Onze Vader'
Eén van de discipelen vraagt aan de Heere Jezus: "Heere, leer ons bidden" (Luk. 11:1). De Heere antwoord en zegt: "Wanneer u bidt, zeg dan: Onze Vader, Die in de hemelen zijt. Uw Naam worde geheiligd". Dit zijn natuurlijk bekende woorden. Ze maken deel uit van wat in de christelijke volksmond het 'Onze Vader' heet. Volgens vele christenen is dit het 'modelgebed voor de gelovige', vandaar dat het in veel kerken tijdens de eredienst gebeden wordt. Ook is het op muziek gezet.
De vraag is echter: 'Leert de Heere Jezus hier inderdaad aan ons hoe wij moeten bidden?'. De eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat op het moment dat Hij deze woorden uitsprak het Lichaam van Christus nog niet eens bestond!

De situatie waarvan sprake was in Lukas 11 - en Mattheüs 6, waar we in vers 9-13 de bekendste versie van het 'Onze Vader' vinden - was die van de (toen) aanstaande oprichting van het koninkrijk van God op aarde, waarin Israël de eerste en belangrijkste plaats innam en zal nemen. Mattheüs 6 maakt deel uit van de Bergrede. In de Bijbel staan 'bergen' meestal voor koninkrijken in het algemeen en in het bijzonder voor het koninkrijk van God: Gods daadwerkelijke regering over de wereld. Ook de 'bergrede' in Mattheüs 24 gaat over de vestiging van het koninkrijk van God op aarde. Als de Heere Jezus begint met prediken, zegt Hij: "Bekeer u, want het koninkrijk der hemelen is nabijgekomen" (Matt. 4:17). In Mattheüs 10:7 prediken de apostelen dezelfde boodschap. Tussen deze beide teksten staat de bergrede (Matt. 5-7), de 'wet' van het koninkrijk van God.

Onze tijd wordt gekenmerkt door het feit dat de Koning (en Zijn koninkrijk) verborgen is. Zoals de Koning nabij was en daarmee de zichtbare vestiging van Zijn Koninkrijk op aarde, zo is nu de Koning 'veraf' en is ook de zichtbare vestiging van Zijn Koninkrijk op aarde 'veraf'.
Omdat de openbaring van het koninkrijk uitgesteld is, heeft het 'Onze Vader' nu een profetische betekenis; het zal zijn actualiteit weer krijgen op het moment dat de Koning terugkomt. Lezen we het 'Onze Vader' vanuit dit oogpunt dan valt de inhoud op zijn plaats. Er zal namelijk een tijd aanbreken waarin de gelovigen van Israël in verdrukking gebracht worden. Zij kunnen dan niet meer vrijelijk eten kopen (daarom: "Geef ons heden ons dagelijks brood"). In die tijd gaat de duivel rond als een "brullende leeuw" (daarom: "... verlos ons van de boze").
In Mattheüs 6:12 staat: "En vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaren vergeven". Vergelijk hier wat Paulus aan ons schrijft in Efeze 4: "... vergeef elkaar, zoals ook God in Christus u vergeven heeft" (vs. 32; vgl. Kol. 3:13).2

De wijze waarop Paulus met name in zijn latere gemeentelijke brieven bidt, is op de huidige situatie in Gods plan gericht. Met betrekking tot het bidden zoals dit door Paulus omschreven wordt, zijn er twee aspecten, die beide voor ons van belang zijn: het gebed door hen die in de bediening staan en het gebed voor hen die in de bediening staan.

Het gebed door hen die in de bediening staan
Paulus laat zien dat hij onophoudelijk dankt voor de gelovigen wanneer hij denkt aan hun geloof. Meestal dankt hij eerst voordat hij zijn gebed voor de gelovigen verwoordt. Zetten we deze gebeden (met hun uitwerking) op een rij, dan ziet dat er als volgt uit (hier en daar grondtekst letterlijker omschreven):

Efeze 1:17-19
'... opdat de God van onze Heere Jezus Christus, de Vader van de heerlijkheid, u de geest van wijsheid en openbaring geeft in Zijn gemeenschapskennis: verlichte ogen van uw verstand, om te weten
1. wat de hoop van Zijn roeping is, en
2. wat de rijkdom is van de heerlijkheid van Zijn erfenis in het heiligdom, en
3. wat de alles overtreffende grootheid van Zijn kracht is aan ons die geloven, overeenkomstig de werking van de sterkte van Zijn macht ...'

Efeze 3:16-19
'... opdat Hij u geeft, naar de rijkdom van Zijn heerlijkheid (vgl. Efe. 1:18), met kracht gesterkt te worden door Zijn Geest in de innerlijke mens, om Christus door het geloof in uw harten te doen wonen en u in de liefde geworteld en gefundeerd bent,
1. opdat u ten volle zou kunnen begrijpen, met alle heiligen, wat de breedte en lengte en diepte en hoogte is, en u de liefde van Christus zou kennen, die de kennis te boven gaat,
2. opdat u vervuld zou worden tot heel de volheid van God.'

Filippenzen 1:9-11
'En dit bid ik dat uw liefde nog steeds overvloediger wordt in gemeenschapskennis en alle fijngevoeligheid, tot in het onderscheiden wat verschilt,
opdat u oprecht bent en zonder aanstoot te geven tot de dag van Christus, vervuld met vruchten van gerechtigheid, die door Jezus Christus zijn, tot heerlijkheid en lof van God.'

Kolossenzen 1:9-12
'Daarom houden ook wij niet op, vanaf de dag dat wij het gehoord hebben, voor u te bidden en te smeken dat u vervuld mag worden met de gemeenschapskennis van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk inzicht,

  1. zodat u wandelt op een wijze de Heere waardig,
  2. Hem in alles behaagt,
  3. in elk goed werk vrucht draagt en
  4. groeit in de gemeenschapskennis van God,
  5. terwijl u met alle kracht bekrachtigd wordt, overeenkomstig de sterkte van Zijn heerlijkheid, om met blijdschap in alles te volharden en geduld te oefenen.
  6. Daarbij danken wij de Vader, Die ons bekwaam heeft gemaakt om deel te hebben aan de erfenis van het heiligdom in het licht.'

Hier is sprake van één bede met zes gevolgen.

In deze omschrijvingen van Paulus' gebeden lezen we regelmatig woorden als wijsheid, inzicht en (gemeenschaps)kennis. Het woord ‘wijsheid’ komt in deze drie brieven in totaal negen maal voor: Efeze 1:8, 17; 3:10 en Kolossenzen 1:9, 28; 2:3, 23; 3:16 en 4:5. Op twee teksten na (Kol. 2:23 en 3:16) houden de overige zeven aanhalingen verband met (de openbaring van) het geheimenis, dat God eeuwen en geslachten lang verborgen had gehouden in Zichzelf, maar dat in de bediening van Paulus bekendgemaakt was.
Het woord ‘kennis’ (ook is mogelijk: bovenkennis, complete en volledige kennis; ik kies hier voor 'gemeenschapskennis') vinden wij ook zeven maal in deze brieven: Efeze 1:17; 4:13; Filippenzen 1:9 en Kolossenzen 1:9, 10; 2:2 en 3:10. Ook al deze teksten staan in verband met de rijke boodschap aangaande de overweldigende, onnaspeurlijke rijkdom van Christus, die met de openbaring van het geheimenis in Paulus' brieven bekend geworden is.

In wezen is dit ook de kern van Paulus' gebed voor de gelovigen: dat zij dat geheimenis én de hoop en heerlijkheid die daaraan verbonden is, zouden gaan zien. Beste broeder en zuster, overdenk deze teksten eens. Vergelijk ze met elkaar en probeer een idee te krijgen van deze bijzondere en rijke waarheden die ons deel geworden zijn. In een door God gegeven gezindheid van wijsheid en openbaring in Zijn kennis (en maak de bede hiervan u eigen), zult u in staat zijn dit te gaan vatten. Het zal ons doen overvloeien van dankzegging voor alles wat de Heere ons gegeven heeft in Christus.

Het is opvallend dat deze dingen steeds weer in Paulus' gebeden terugkeren. Hier gaat het - wat God betreft - blijkbaar om. Dit alles zal resulteren in een leven, waarin wij onder alle omstandigheden genoegen nemen met Gods genade en leven vanuit de grote kracht die hij ons reeds gegeven heeft (vgl. Efe. 3:20). Eigenlijk is dit inhoudelijk toch wel heel anders dan het 'Onze Vader'. Zoals de woorden in het 'Onze Vader' aansluiten bij de achtergrond van het op het punt van openbaren staande koninkrijk, zo sluiten de woorden van Paulus' gebeden aan bij het verborgen gebleven koninkrijk en bij het lichaam van Christus.
Het is bovendien opvallend dat het doorgronden van deze rijkdommen een gevolg is van het bidden (het leven in gebed waarin Christus alles is). Had Paulus niet gewoon kunnen zeggen wat de hoop van Zijn roeping is? Wat de heerlijkheid is van Zijn erfenis? En wat de grootte van Zijn kracht is aan ons, die geloven?' Nee, dat kon Paulus niet! Want mét dat we het begrijpen, kunnen we het niet omschrijven. De kracht gaat bidden en beseffen te boven. We zullen in staat zijn te vatten 'wat de breedte en lengte en diepte en hoogte is'. Met name de 'diepte' gaat ons menselijk verstand te boven. We mogen kennen de liefde van Christus, maar tegelijk geldt dat "die de kennis te boven gaat" (Efe. 3:18 en 19). Dit alles zal ons vervullen met "de vrede van God, die alle begrip te boven gaat" (Fil. 4:7).

Het gebed voor hen die in de bediening staan
Behalve dat de apostel bidt voor de gelovigen, draagt hij (in zijn late brieven) de gelovigen ook op te bidden. We lezen hiervan in de volgende tekstgedeelten:

Efeze 6:18-20
"... terwijl u bij elke gelegenheid met alle gebed en smeking bidt in de Geest en daarin waakzaam bent met alle volharding en smeking voor alle heiligen. Bid ook voor mij, opdat mij het woord gegeven wordt bij het openen van mijn mond, om met vrijmoedigheid het geheimenis van het evangelie bekend te maken, waarvan ik een gezant ben in ketenen, opdat ik daarin vrijmoedig mag spreken, zoals ik moet spreken."

Filippenzen 4:6 en 7
"Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus."

Kolossenzen 4:2-4
"Houd sterk aan in het gebed, en wees daarin waakzaam met dankzegging. Bid meteen ook voor ons dat God voor ons de deur van het Woord opent, om van het geheimenis van Christus te spreken, om welke oorzaak ik ook gebonden ben, opdat ik dit geheimenis mag openbaren zoals ik erover moet spreken."

Met name in de teksten uit de Efeze- en de Kolossenzenbrief wordt de verbinding gelegd met de openbaring van het geheimenis. In Efeze 6 noemt Paulus het gebed als zevende en laatste onderdeel van de 'gehele wapenrusting van God'. Hij gebruikt daarbij de woorden "gebed en smeking". Het eerste wijst op het voor Gods aangezicht uitspreken van deze dingen, het tweede op een intens smeken vanuit een bepaalde behoefte. Hij zegt: laat er een 'aanhoudend bidden' zijn (dat is een levenshouding van gebed), met als inhoud van dat gebed toch wel heel duidelijk de prediking van het geheimenis van het evangelie.
Zou - menselijk gesproken - de prediking van het Woord niet een enorme voortgang kunnen hebben, wanneer meer gelovigen de waarde van dit gebed gaan verstaan? Dat ze de behoefte en nood gaan zien en van daaruit God smeken voor degenen, die deze boodschap brengen? Want met name het brengen van deze boodschap vereist veel vrijmoedigheid (Efe. 6:19 en 20), omdat de strijd die aan deze boodschap verbonden is, groot is (Kol. 1:24-2:3).

Ontdek, door deze dingen te onderzoeken - met in het hart de bede om wijsheid en openbaring in Zijn kennis - de grote rijkdommen van Gods Woord, ja, van Christus Zelf. Hij is immers de heerlijkheid van dit geheimenis: Christus in u, de Hoop der heerlijkheid!
Wanneer u zich hiernaar uitstrekt, ontdekt u dat het zijn uitwerking heeft op uw gehele gebedsleven; ook op uw gebed voor praktische zaken, voor vrienden, familie en kinderen. Gaan we Gods handelen met ons leven in dit licht zien, dan wordt het: bidden onder dankzegging, God prijzend voor Zijn goede genade.

Noten:
1 U kunt hier veel over lezen in diverse uitgaven van Everread Uitgevers. Denk bijvoorbeeld aan 'Het geheimenis bekendgemaakt' (ISBN 9789066942554) en 'De bediening en de brieven van Paulus' (ISBN 9789066943063).
2 Kijk voor veel informatie hierover in 'Het Onze Vader' (ISBN 9789066942776).

Meer artikelen in de serie "Bidden":

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

De sabbat

Onder christenen leven soms de volgende vragen: Is de zondag de sabbat van nu? Is het de bedoeling dat christenen de sabbat - van vrijdagavond tot zaterdagavond - vieren?

De Bijbel geeft de nodige informatie over de sabbat, die zich als zevende dag onderscheidt van de voorgaande zes door rust. Het is een dag aan de Heere toegewijd. Paulus schrijft dat deze dag voor het lichaam van Christus geen aanleiding mag zijn om elkaar te veroordelen "inzake eten of drinken, of op het punt van een feestdag, een nieuwe maan of de sabbatten" (Kol. 2:16).

De sabbat verwijst ook naar de grote toekomstige sabbat in Gods plan; geen periode van vierentwintig uur, maar één van duizend jaar. Israël en de volkeren mogen dan leven in vrede en rust.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'De sabbat'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'